Waterkwaliteit: veel bereikt en nog veel te doen
KLAAS JILDERDA OVER DRIE DECENNIA WERKEN AAN SCHOON WATER
Waterkwaliteit heeft al jarenlang volop de aandacht van CropLife NL. Klaas Jilderda, werkzaam bij CropLife NL-deelnemer BASF, is daar vanaf het begin bij betrokken geweest. Onlangs nam hij afscheid als voorzitter van de Toolbox Water. Een mooi moment om met hem terug te blikken op de inspanningen die CropLife NL, samen met veel andere partijen, in die jaren heeft gedaan op het gebied van waterkwaliteit. "We hebben veel bereikt, maar er is ook nog veel te doen."
Veel tijd voor waterkwaliteit
Klaas Jilderda besteedde altijd al een aanzienlijk deel van zijn uren aan waterkwaliteit, zowel voor CropLife NL als voor zijn werkgever BASF. Inmiddels werkt hij tweeëneenhalve dag per week. "En die mag ik volledig besteden aan waterkwaliteit. Wat aangeeft hoe belangrijk dit thema voor onze sector is."
Na zijn studie fytopathologie in Wageningen werkte Klaas Jilderda bij het toenmalige Elanco, daarna bij Bayer, om vervolgens in 1988 bij BASF in dienst te treden. "Ik heb jarenlang als technisch manager het team productontwikkeling en registratie geleid. Toen dat team later werd opgesplitst, heb ik voor registratie gekozen. Dat deed ik eerst nationaal, later wereldwijd. Gaandeweg ben ik steeds meer tijd gaan besteden aan waterkwaliteit."
Klaas Jilderda is voorzitter van de commissie water van CropLife NL en hij was jarenlang voorzitter van de Toolbox Water (zie verderop). Dat voorzitterschap heeft hij onlangs overgedragen aan Peter Knippels van LTO Nederland. Hij is nog wel lid van de Toolbox Water. Verder is hij betrokken bij de 'watergerichte' maatregelen in het Uitvoeringsprogramma van de Toekomstvisie gewasbescherming 2030. Ook is Klaas Jilderda als expert verbonden aan de Expert Group Water van CropLife Europe. Tot slot zit hij in de expertgroep drinkwater van de Europese Commissie, als vertegenwoordiger van de gewasbeschermingsbedrijven.
Waterkwaliteit op de agenda
In de jaren tachtig en negentig was er bij de politiek en de NGO's een groeiende belangstelling voor het terugdringen van de milieubelasting door gewasbeschermingsmiddelen, zoals ook in dit interview met oud-Nefyto-voorzitter Jan Jenneskens te lezen is.
Binnen CropLife NL heeft Klaas Jilderda zich altijd sterk gemaakt voor waterkwaliteit. "Op grond van mijn geloof vind ik dat we zorgvuldig om moeten gaan met de schepping. Daarnaast zijn de maatschappelijke wensen ten aanzien van het milieu vastgelegd in wet- en regelgeving, en daar hebben we ons aan te houden."
Klaas Jilderda vond het belangrijk om waterkwaliteit stevig op de agenda van CropLife NL te krijgen. "Ik wilde ook meer openheid naar de samenleving, politiek en stakeholders hierover. Dat is gelukt. Eigenlijk kreeg ik de mensen in de sector hier makkelijk in mee, mijn visie werd door veel mensen gedeeld. Ook onze Europese koepelorganisatie CropLife Europe (toen nog ECPA) zag en ziet het als belangrijk en actueel onderwerp."
Pas na 1990 ecotoxicologische normen
Klaas Jilderda heeft al decennialang regelmatig contact met vertegenwoordigers van de waterwinbedrijven en de waterschappen. "Onze sector en de 'waterwereld' stonden dertig jaar geleden ver van elkaar en we begrepen elkaars taal niet. Rond 1990 ben ik gaan proberen die werelden bij elkaar te brengen. Ik merkte dat de watersector aversie had tegen chemische stoffen. Tegelijk viel mij op dat de chemische bedrijven, redenerend vanuit de toxicologische principes, die angst niet begrepen."
Punt was dat er voor gewasbeschermingsmiddelen op dat moment wel een norm was voor drinkwater, maar geen ecotoxicologische normen voor oppervlaktewater. "Die normen zijn er midden jaren negentig gekomen, mede vanuit de Europese regelgeving. Dat bood een basis om het gesprek aan te gaan en vervolgens gezamenlijk aan de slag te gaan met verbetering van de waterkwaliteit."
TOPPS en Schone Bronnen
In de loop der jaren zijn er meerdere projecten geïnitieerd op het gebied van gewasbeschermingsmiddelen en waterkwaliteit, waar Klaas Jilderda steeds nauw bij betrokken was en waar hij graag over vertelt. Bijvoorbeeld het TOPPS-programma van de Europese gewasbeschermingsbedrijven, dat in 2005 gestart is. TOPPS staat voor Train Operators to Promote best management Practices & Sustainability. "TOPPS ontwikkelt 'best management practices' om het risico op emissie naar water te reduceren", licht Klaas Jilderda toe. "Daarnaast ontwikkelt TOPPS tools voor risicodiagnose en materiaal voor voorlichting en training. Er is nu een complete toolbox, die alle emissieroutes afdekt."
Een Nederlands project op het gebied van emissiereductie was 'Schone Bronnen, nu en in de toekomst'. Het was een samenwerking tussen drinkwaterbedrijven, gewasbeschermingsbedrijven, waterschappen en de land- en tuinbouwsector. Het project werd in 2008 afgerond.
"In feite was het op basis van de toenmalige kennis een voorloper van de emissiereductieplannen, zoals die nu in uitvoering zijn. Binnen dit project is ook een module ontwikkeld voor de spuitlicentiecursus."
Start van Toolbox Water
Een ander initiatief waar Klaas Jilderda vanuit CropLife NL nauw bij betrokken was en nog steeds is, is de Toolbox Water. De Toolbox werd in 2012 gelanceerd. "De Toolbox Water is een spin-off van het hiervoor genoemde project Schone Bronnen. Het is mede aangezet door de strenge normen voortkomend uit de Kaderrichtlijn Water. Deze normen gaan telers sterk beperken in het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen, als de emissies van gewasbeschermingsmiddelen niet op een andere wijze worden teruggebracht. Als CropLife NL hebben we toen met de waterschappen de handen ineengeslagen om eenduidig te communiceren in de richting van telers. Later kwamen daar ook Agrodis (distributie) en LTO Nederland bij. En weer later ook Cumela (loonwerkbedrijven). Het Centrum voor Landbouw en Milieu (CLM) doet veel van het uitvoerend werk."
De Toolbox Water is een platform (met een uitgebreide website) dat toepassers van gewasbeschermingsmiddelen praktische handvatten geeft om de emissie naar het oppervlaktewater te verminderen.
"Eén van de eerste concrete resultaten van de Toolbox Water waren informatiekaarten over emissiebeperking, die erfbetreders aan telers konden geven. Denk bij erfbetreders aan vertegenwoordigers van bijvoorbeeld de waterschappen en de distributie. Op die manier sprak iedereen dezelfde taal. De informatiekaarten zijn voor iedereen beschikbaar via de website. Ze worden ook steeds geactualiseerd, op basis van voortschrijdende inzichten."
Erfemissiescan en perceelemissiescan
De Toolbox Water is een succes te noemen, durft Klaas Jilderda te stellen. "Er is een sterk draagvlak en de website wordt goed bezocht. Op de website zijn ook een erfemissiescan en perceelemissiescan beschikbaar, die telers kunnen invullen. Dat resulteert dan in een gericht advies om de emissie vanaf het erf en de percelen terug te dringen. Daar wordt door veel telers gebruik van gemaakt. Ook kunnen bezoekers vragen stellen aan een erfemissiecoach."
Verder is op de website informatie te vinden over de emissiereductieplannen. Deze zijn, in overleg met het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, door de toelatinghouders opgesteld voor specifieke stoffen. Hieraan ligt een analyse van de stof ten grondslag, waarbij gebruik wordt gemaakt van de Bestrijdingsmiddelenatlas. Een emissiereductieplan beschrijft per stof de meest effectieve maatregelen om emissie te verminderen. Zie ook dit artikel. Over de periode 2017-2019 laten tien van de vijftien stoffen met een emissiereductieplan dalende overschrijdingspercentages zien. De overschrijdingspercentages van vier stoffen zijn gelijk gebleven en één stof laat een stijging zien.
Voortschrijdende inzichten
In de loop der jaren waren er voortschrijdende inzichten ten aanzien van emissiebeperking, schetst Klaas Jilderda. "Het Europese TOPPS richtte zich in eerste instantie vooral op puntemissies, daarna op drift en vervolgens op perceelemissie (afspoeling vanaf perceel). In Nederland hebben we ons in eerste instantie gericht op driftbeperking. Dit kwam voort uit het toenmalige Meerjarenplan Gewasbescherming (MJPG). Intussen is er in Nederland veel gebeurd op het gebied van driftbeperking: de regelgeving schrijft 75 procent driftreductie voor, het wettelijke gebruiksvoorschrift van de middelen vaak al 95 procent. Daar zijn verschillende hulpmiddelen voor, bijvoorbeeld driftarme spuitdoppen en nieuwe technieken."
Intussen werd door TOPPS duidelijk gemaakt dat puntemissies ook een belangrijke bijdrage leveren aan emissies. Denk daarbij vooral aan afspoeling van het erf, bijvoorbeeld bij het reinigen van een spuitmachine. "Dat heeft geleid tot de eerder genoemde erfemissiescan, die alweer geruime tijd beschikbaar is op de Toolbox Water."
Veel bereikt, nog wel uitdagingen
Hoe staat het er nu voor en wat zijn de uitdagingen voor de toekomst? "We hebben veel bereikt. Zowel in het bewustzijn bij telers als in meetbare resultaten (zie grafiek): inmiddels zien veel telers het belang van emissiereductie en handelen daar ook naar", constateert Klaas Jilderda. "Het blijkt ook uit de evaluatie in 2021 van de eerder genoemde emissiereductieplannen (ERP's): van veel ERP-stoffen is de emissie gedaald."
Klaas Jilderda noemt nog specifiek het glastuinbouwgebied. "Voor glastuinders geldt sinds enige tijd een wettelijke reinigingsplicht van het drainwater. Dat heeft zonder meer winst opgeleverd, maar er zijn nog lekkages (waar water vanuit de kas naar het oppervlaktewater lekt). Het is nu zaak deze lekkages op te sporen en te dichten."
Een nieuwe uitdaging voor de land- en tuinbouw wordt het grondwater, met onder meer een norm voor niet-relevante metabolieten. "Dit zijn afbraakstoffen van gewasbeschermingsmiddelen die geen biologische activiteit hebben", licht Klaas Jilderda toe. "Hier is nog discussie over, bijvoorbeeld de normstelling, maar het wordt zeker een belangrijk thema."
Halen we de doelen van de Kaderrichtlijn Water in 2027? "Gelukkig heeft het peloton van de agrarisch ondernemers zich bij de voorlopers aangesloten, omdat het belang van emissiereductie nu wordt ingezien", constateert Klaas Jilderda. "Maar dit is niet voldoende: ook de achterblijvers moeten zich hier heel snel bij aansluiten en daarop worden aangesproken. Anders gaat het zeker niet lukken. En bedenk dat het Nederlandse beleid nog verder gaat, zoals afgesproken in de Toekomstvisie gewasbescherming 2030: in 2030 niet alleen geen normoverschrijdingen meer, maar nagenoeg geen emissies."
Nog meer in de pijplijn
Tot slot wat er nog meer in pijplijn zit. "Het vrij recent ontwikkelde gesloten vulsysteem (zie foto) wordt vanaf 2024 verplicht. Dit voorkomt morsen bij het vullen van de spuittank", vertelt Klaas Jilderda.
"Verder zijn we, ingegeven vanuit de Toolbox Water, in het maatregelenprogramma een handreiking aan het ontwikkelen voor de aanleg van wasplaatsen voor spuitmachines. Deze handreiking is bestemd voor het bevoegd gezag, zodat iedereen dezelfde interpretatie hanteert bij controles. Ook gaan we met een informatiedocument voor telers de aanleg van wasplaatsen stimuleren."
En er is nog meer: "We werken aan protocollen waarmee telers die (nagenoeg) geen erf- of perceelemissie hebben, dit kunnen aantonen bij controles. Verder wordt de druk vanuit Europa steeds groter, mede door de aanscherpende regelgeving op dit gebied. Kortom, er is veel beweging op het gebied van waterkwaliteit en er gaat nog veel gebeuren."