Onderzoek amendementen in opdracht van staatssecretaris
Op 24 maart jongstleden heeft Vivianne Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, de Tweede Kamer met een kamerbrief geïnformeerd over de voortgang van een voorstel tot wijziging van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden. Daarbij ging zij specifiek in op twee amendementen die door de Tweede Kamer waren aangenomen.
Wetsvoorstel
Het genoemde wetsvoorstel creëert een alternatieve juridische basis voor het verbod op het professioneel gebruik van gewasbeschermingsmiddelen buiten de landbouw. Bij de parlementaire behandeling van dit wetsvoorstel nam de Tweede Kamer twee amendementen aan die niet gerelateerd zijn aan het gebruik buiten de landbouw, maar aan gebruik binnen de landbouw.
De staatssecretaris heeft deze amendementen voorgelegd aan de Landsadvocaat en Wageningen UR voor een advies over de haalbaarheid en over de eventuele gevolgen. Met de genoemde Kamerbrief informeerde de staatssecretaris de Tweede Kamer over de uitkomst hiervan.
Amendement Vestering
Het eerste amendement komt van Tweede Kamerlid Leonie Vestering (Partij voor de Dieren). Het amendement Vestering verplicht tot een gebruiksreductie van gewasbeschermingsmiddelen die vallen onder de definitie van Candidates for Substitution. Het amendement verplicht ertoe het gebruik van deze stoffen te verminderen met 50 procent in 2025, en met 95 procent in 2030, met 2021 als referentiejaar.
De analyse van de Landsadvocaat toont aan dat het amendement juridische risico's heeft. Daarnaast blijkt uit de landbouwkundige analyse van Wageningen UR dat bij het halveren van het gebruik van deze middelen op de korte termijn (2025) het beschikbare middelen- en maatregelenpakket niet voor alle gewassen voldoende is om in een geïntegreerd systeem ziekten, plagen of onkruiden effectief te kunnen beheersen. Op de lange termijn (2030) is er onzekerheid of het middelen- en maatregelenpakket voldoende is.
De minister van LNV, de Landsadvocaat en de ministerraad hebben daarom de behoefte het geamendeerde wetsvoorstel voor advies aan de Raad van State voor te leggen. Hoewel de Raad van State al over het oorspronkelijk wetsvoorstel heeft geadviseerd, wordt het na aanpassing door de Tweede Kamer nogmaals aan de Raad van State voor advies wordt voorgelegd.
CropLife NL herkent de genoemde negatieve gevolgen van het amendement. Ook deelt zij de zorg over de onzekerheid of er een effectief middelenpakket beschikbaar blijft voor de land- en tuinbouwsector op korte en lange termijn. Bovendien zijn de Candidates for Substitution toegelaten gewasbeschermingsmiddelen, die onderdeel uitmaken van het beschikbare middelenpakket en die aantoonbaar veilig kunnen worden gebruikt.
Amendement Bromet c.s.
Het tweede amendement betreft een amendement van de Tweede Kamerleden Laura Bromet (Groen Links), Tjeerd de Groot (D66) en Joris Thijssen (PvdA). Het amendement Bromet c.s. creëert de bevoegdheid om voorschriften te stellen aan het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in gebieden in de nabijheid van oppervlaktewater, met als doel te voorkomen dat deze middelen in het oppervlaktewater terechtkomen. Met andere woorden: het amendement beoogt om in de wet te laten opnemen dat een verbod op het gebruik van bepaalde gewasbeschermingsmiddelen in uiterwaarden en buitendijkse gebieden mogelijk wordt.
De Landsadvocaat ziet geen juridische bezwaren tegen de inwilliging van het amendement, omdat de indieners voorstellen om de praktische toepassing uit te werken in een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB). Kortom, beslissingen over de reikwijdte van het amendement zijn vooruitgeschoven.
In zo'n AMvB zal duidelijk moeten worden gemaakt welke gebieden door het verbod worden geraakt. Nu wekt het de indruk dat grote delen van Nederland onder het bereik van het amendement zouden kunnen vallen. Uiteraard zal dan ook steeds de vraag moeten worden beantwoord of de aanwijzing van een bepaald gebied of gebieden een geschikte, noodzakelijke en evenredige maatregel is. CropLife NL zal de ontwikkelingen nauwgezet volgen, om te zien of bij de verdere invulling van het amendement en de AMvB aan deze voorwaarden wordt voldaan.