Duurzaam gebruik in Europa: van richtlijn naar verordening

DOELSTELLINGEN FARM TO FORK ZIJN BELANGRIJKE BASIS

De Europese Commissie heeft in juni 2022 een voorstel gepresenteerd voor een verordening inzake duurzaam gebruik van gewasbeschermings­middelen. Deze verordening gaat de bestaande richtlijn voor duurzaam gebruik vervangen. Belangrijke basis voor de verordening zijn de reductiedoelstellingen voor chemische gewasbeschermingsmiddelen van de Europese Farm to Fork strategie. "Maar telers hebben nu onvoldoende alternatieven om die doelstellingen te kunnen realiseren. Maak daarom ruim baan voor innovatie", zegt Jo Ottenheim van CropLife NL.

Van richtlijn naar verordening

De toelating van gewasbeschermingsmiddelen is Europees gereguleerd in Verordening 1107/2009. Voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen geldt de Richtlijn duurzaam gebruik 2009/128/EG. Een verordening is wetgeving en moet letterlijk als wettekst worden opgenomen in de nationale wetgeving van de lidstaten. Bij een richtlijn hebben de lidstaten meer ruimte om zelf invulling te geven aan het inbedden in nationale wet- en regelgeving.

Het voornemen van de Europese Commissie is om de Richtlijn duurzaam gebruik te vervangen door een verordening. De Europese Commissie heeft hiervoor meerdere redenen. We noemen de twee belangrijkste. Ten eerste heeft de Europese Rekenkamer vastgesteld dat er te veel ongelijkheid is tussen de lidstaten in de uitvoering van de Richtlijn duurzaam gebruik. Dat geldt ook voor de toepassing en handhaving. Er is volgens de Rekenkamer behoefte aan duidelijker criteria en meer specifieke vereisten.

Ten tweede wil de Europese Commissie met deze verordening de beleidsvoornemens zoals vastgelegd in de Farm to Fork strategie (die voortvloeit uit de Europese Green Deal) wettelijk verankeren. De Farm to Fork strategie beoogt onder meer 50 procent reductie van het gebruik en risico van chemische gewasbeschermingsmiddelen. Deze doelstelling (die al in 2030 gerealiseerd moet zijn) vormt een belangrijke basis voor de nieuwe verordening.

Klik hier voor een artikel in Het Bulletin over de Farm to Fork strategie en hier voor een artikel over een impact assessment hiervan door Wageningen UR.

Vier doelen te realiseren

De Europese Commissie wil met de nieuwe verordening vier doelen realiseren. Dat zijn in het kort:

  • Het verminderen van het gebruik en het risico van chemische gewasbeschermingsmiddelen. Met hieraan gekoppeld: het op grotere schaal toepassen van geïntegreerde gewasbescherming (Integrated Pest Management, IPM), verbeterd toezicht hierop, en het bevorderen van het gebruik van minder gevaarlijke chemische gewasbeschermingsmiddelen en niet-chemische alternatieven.
  • Het verbeteren van de beschikbaarheid van monitoringgegevens, onder meer over de toepassing, het gebruik en het risico van gewasbeschermingsmiddelen, en tevens de monitoring van gezondheid en milieu.
  • Het verbeteren van de uitvoering, de toepassing en de handhaving van de wettelijke bepalingen in alle lidstaten om het beleid doeltreffender en doelmatiger te maken.
  • En tot slot het stimuleren van nieuwe technologieën, waaronder precisielandbouw. Het gebruik van drones voor het uitvoeren van bespuitingen wordt dan bijvoorbeeld toegestaan.

Over twee jaar van kracht

Waar staan we nu wat betreft de nieuwe verordening? Op 22 juni 2022 heeft de Europese Commissie haar voorstel gepresenteerd. Sindsdien ligt dit open voor consultatie (toegankelijk voor iedereen). Dat kan tot 19 september 2022. Vervolgens zal de verwerking van reacties de nodige tijd kosten. Ook het Europees Parlement en de Europese Raad moeten een mening vormen.

De verwachting is dat het nog twee jaar kan duren voordat de verordening van kracht kan worden. Dan is het intussen 2024. In 2030 moeten de reductiedoelstellingen van Farm to Fork gerealiseerd zijn en dat is dan al behoorlijk dichtbij.

Reductiedoelstellingen gewasbeschermings­middelen

We zoomen in op de doelstelling 'verminderen van het gebruik en het risico van chemische gewasbeschermingsmiddelen'. Deze doelstellingen zijn afkomstig uit de Farm to Fork strategie. Ze worden in de nieuwe verordening wettelijk vastgelegd, waarbij 2030 het doeljaar is en het gemiddelde gebruik van 2015, 2016 en 2017 de referentie is. De reductiedoelstellingen komen in het kort hierop neer:

  • 50 procent reductie van het totale gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen.
  • 50 procent reductie van het gebruik van gevaarlijke middelen (op basis van de Harmonized Risk Indicator I). Dit zijn de zogeheten substitutiestoffen (Candidates for Substitution). Dit is een lijst met stoffen waarvan bij de herbeoordeling moet worden nagegaan of de toepassingen van deze stoffen vervangen kunnen worden.

Per lidstaat wordt een reductiepercentage gekozen, om overall voor de EU op 50 procent reductie te komen. Inmiddels heeft de wekelijkse Europese krant Politico Europe concept-reductiecijfers gepubliceerd. Daarin komt naar voren dat Nederland 53 procent van het gebruiksvolume moet reduceren en 35 procent van het gebruik van de substitutiestoffen.

Vier maatregelen

In het voorstel van de Europese Commissie komen deze vier maatregelen het sterkst naar voren:

  • De hiervoor genoemde reductie­doelstellingen.
  • Een algeheel verbod op het gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen in gevoelige gebieden, zoals percelen in de buurt van bijvoorbeeld scholen, speeltuinen en oppervlaktewater.
  • Een rapportageverplichting over het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen, voor professionele gebruikers en overheden. Blijkt uit de rapportages dat doelstellingen niet worden gehaald, dan krijgt de lidstaat van de Europese Commissie een aanwijzing.
  • Onafhankelijke adviseurs die professionele gebruikers adviseren over niet-chemische alternatieven en geïntegreerde gewasbescherming. Iedere teler moet minstens één keer per jaar een dergelijke adviseur raadplegen. Nu raadplegen Nederlandse telers veelal adviseurs die verbonden zijn aan de distributie.

Wat het kabinet ervan vindt

De positie van Nederland met betrekking tot voorstellen van de EU wordt verwoord in zogeheten BNC-fiches. BNC staat voor Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC). Het BNC-fiche over de Verordening duurzaam gebruik gewasbeschermings­middelen is hier te vinden.

Hoe het kabinet aankijkt tegen het voorstel van de Europese Commissie, komt in het kort hierop neer:

  • Het kabinet is in principe positief over het voorstel, omdat het volgens het kabinet kan bijdragen aan de ambities van het coalitieakkoord: intensiveren geïntegreerde gewasbescherming, bevorderen innovatie en precisielandbouw, stimuleren groene alternatieven, en loskoppelen verkoop en advies.
  • Het voorstel draagt volgens het kabinet ook bij aan het realiseren van de doelstellingen van de Kaderrichtlijn Water en van de Toekomstvisie Gewasbescherming 2030.
  • Kanttekening van het kabinet: het voorstel heeft te weinig oog voor het ontwikkelen van weerbare planten en teeltsystemen, en het verbinden van land- en tuinbouw met natuur.
  • Ook onderbelicht vindt zij onder meer: ontwikkeling en beschikbaarheid van niet-chemische alternatieven, nieuwe technologieën (zoals precisielandbouw), en nieuwe veredelingstechnieken (zoals CRISPR-Cas).
  • Het kabinet is bezorgd over de consequenties voor de professionele gebruikers en de onduidelijkheid hierover.

JO OTTENHEIM, CROPLIFE NL:

'Maak ruim baan voor innovatie'

Wat vindt CropLife NL van het voorstel? "Als gewasbeschermingsbedrijven zijn wij uiteraard sterk voorstander van duurzaam gebruik van onze middelen", zegt Jo Ottenheim, Manager Verantwoord Gebruik en Distributie. "Discussiepunt blijft of en in hoeverre reductiedoelstellingen in volume bijdragen aan het doel vermindering van de milieubelasting. Dertig jaar geleden ging het ook om een volumereductie van 50 procent en dat is toen ook gerealiseerd. De maatschappelijke en politieke waardering daarvoor bleef echter uit. Het is de vraag of het minder kan zonder substantiële consequenties voor de opbrengst, oogstzekerheid, het economisch perspectief voor telers en de consumentenprijs.

De huidige teler heeft, met name door het krimpende effectief middelenpakket, al een zeer beperkte toolbox. "Als de Europese Commissie deze verordening wil doorvoeren, zullen er ook voldoende alternatieven moeten zijn voor telers om hun gewassen afdoende te kunnen beschermen tegen ziekten, plagen en onkruiden. Denk aan nieuwe mogelijkheden voor mechanische onkruidbestrijding, resistente rassen (die de consument smakelijk genoeg vindt om te eten), precisietechnieken, en biologische en laag-risico gewasbeschermingsmiddelen."

Maak daarom ruim baan voor innovatie, bepleit Jo Ottenheim. "En daar ligt natuurlijk ook een taak voor de gewasbeschermings­bedrijven. Maar de innovatie gaat nu niet snel genoeg, zeker met het oog op streefjaar 2030. Dat komt mede door vertragingen bij de toelating van nieuwe middelen, waarin de wettelijke termijnen keer op keer niet gehaald worden. Dat is onder meer het gevolg van capaciteitsgebrek bij de toelatingsinstanties, in combinatie met het steeds complexer wordende toelatingsbeleid. En als het gaat om innovatie, ligt er zonder meer ook een taak voor de Europese Commissie. De verordening geeft onvoldoende de verantwoordelijkheid weer van de Europese instellingen hoe de doelstellingen gerealiseerd kunnen worden."

Digitalisering CropLife NL kan bijdragen

Wat betreft geïntegreerde gewasbescherming merkt Jo Ottenheim op: "Overigens geeft Nederland volop invulling aan geïntegreerde gewasbescherming. Dat zie je onder meer terug in het forse aantal teeltvoorschriften." (zie ook dit artikel)

Over de verplichte registratie van gebruik door professionele gebruikers en de overheden: "Gebruikers zijn nu al verplicht te registreren wanneer ze gewasbeschermingsmiddelen gebruiken en ook waarvoor en hoeveel. Alleen wordt de 'optelsom' nog niet centraal gedaan, zoals de conceptverordening wil verplichten. CropLife NL heeft nog niet zo lang geleden het zogeheten E-label geïntroduceerd, als onderdeel van E-Stewardship (zie dit artikel). Dat behelst de digitalisering van een aantal processen rond distributie en gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. Dit systeem, dat op initiatief van koepelorganisatie CropLife EU Europese navolging krijgt, kan bijdragen aan de uitvoering van deze verplichte registratie."

'Als de Europese Commissie deze verordening wil doorvoeren, zullen er ook voldoende alternatieven moeten zijn voor telers'